5 dingen die je absoluut niet mag missen in Occitanië

In Zuid-Frankrijk ligt de regio Occitanië. Deze regio wordt vaak overschaduwd door z’n drukbezochte buurman: de Provence. Maar dankzij zijn stranden, berglandschappen en wijngaarden heeft Occitanië ook heel veel te bieden. Voeg daar oude Romeinse overblijfselen, kastelen van de Katharen en een heerlijke gastronomie aan toe, en je hebt dé ingrediënten voor een fantastische trip. Wij zetten 5 dingen voor je op een rij die je echt niet mag missen in dit prachtige gebied.

Lokale markt

Dankzij het gunstige klimaat beschikt Occitanië over een overvloed aan lokaal geteelde producten. Verse groenten en fruit bieden de ingrediënten voor de heerlijkste gerechten. Een van de beste manieren om de gastronomie van de regio te ontdekken, is om naar een van de lokale voedselmarkten te gaan. In Uzès en Narbonne worden de prachtigste en grootste markten gehouden. Hier vind je verse producten en rieten manden boordevol noten, gedroogd fruit, mediterraanse kruiden en zelfgemaakte jam. De markt in Uzès vindt plaats op een plein genaamd Place aux Herbes, die van Narbonne in Les Halles. Dit overdekte paviljoen dateert uit het begin van de 20ste eeuw en binnen vind je overal kraampjes met verse olijven, geurige specerijen, verse geitenkaas en zelfgemaakte pasta.

La Cité de Carcassonne

Als je van veraf een glimp van Carcassonne opvangt, heeft de middeleeuwse vestingstad een opvallend sprookjesachtig uiterlijk. Meer dan 50 torens, weelderige wijngaarden en dikke verdedigingsmuren omlijsten de vesting. Het monument staat niet voor niets op de werelderfgoedlijst van Unesco.

Je kunt Carcassonne natuurlijk gewoon overdag bezoeken, om in daglicht de architectuur van de stad te aanschouwen. Maar ga vooral ’s avonds naar Carcassonne als dat kan. Het is dan veel rustiger aangezien alle bussen met toeristen al naar huis zijn gegaan. Carcassonne is namelijk na Parijs en le Mont-Saint-Michel de grootste toeristische trekpleister van Frankrijk.
De Cité, de versterkte oude binnenstad, wordt ’s avonds prachtig verlicht door schijnwerpers. De sfeer wordt daarbij nog extra versterkt door lokale muzikanten. Een bezoek aan de middeleeuwse vesting, dat vol staat met restaurantjes, hotels en souvenirwinkels, is voor een groot deel gratis. Mocht je over de kasteelmuren willen lopen of het museum willen bezoeken, moet je wel entree betalen.

Oude Romeinse vestigingsplaatsen

Honderden jaren lang was een groot deel van Zuid-Frankrijk onderdeel van de Romeinse provincie Gallia Narbonensis. Het is dan ook niet zo gek dat de Romeinen een aantal indrukwekkende monumenten in Occitanie hebben achtergelaten.

De stad Nîmes is de thuisbasis van Les Arènes, een van de best bewaarde Romeinse amfitheaters van Europa. Dit amfitheater, dat gebouwd is rond 100 na Christus, kon ongeveer 25.000 toeschouwers voor gladiatorengevechten ontvangen. Tegenwoordig worden er concerten gehouden.

In Nîmes staat ook het statige Maison Carrée, een 2000 jaar oude tempel die ooit deel zou hebben uitgemaakt van het Romeinse forum van de stad. Dit is een van de best bewaarde tempels van het voormalig Romeinse Rijk.

In een ander deel van Occitanië ligt het prachtige Pont du Gard-aquaduct, een meesterwerk dat op de werelderfgoedlijst van UNESCO staat. De structuur heeft drie lagen. Het beste moment om de Pont du Gard te bezoeken is als de zon onder gaat. Dan kleuren de gigantische steenblokken namelijk goudgeel. Het landschap van de Pont du Gard is een aantrekkelijke plek om te picknicken maar je kunt bijvoorbeeld ook gaan kajakken over de rivier de Gardon.

Wijnproeven

Als je aan Franse wijn denkt, denk je waarschijnlijk aan regio’s als Bordeaux en Bourgogne. Maar een deel van Occitanië is eigenlijk een van de grootste wijnbouwgebieden van Frankrijk. De kwaliteit van de wijn in dit gebied is de afgelopen decennia verbeterd, en heeft de Languedoc-Roussillon op de kaart van wijnliefhebbers gezet. Goede wijnenhuizen zijn Syrah, Grenache, Mourvèdre (rood), Roussanne en Malvoisie (wit). Ook de rosés zijn goed op smaak.

Burchten van de Katharen

Tussen de 12e en 14e eeuw zochten de Katharen, een groep die werd vervolgd door de Katholieke Kerk omdat ze het Oude Testament, de autoriteit van de paus en de katholieke kerk weigerde te accepteren, hun toevlucht in de Languedoc. Daar bouwden ze afgelegen bergvestingen die voor hun belagers, de kruisvaarders, moeilijk te bereiken waren.

In de 13e eeuw vond in het dorp Minerve een beleg plaats tussen de Katharen en een leger van kruisvaarders. De Katharen werden verslagen en degenen die weigerden zich te bekeren, werden verbrand op de brandstapel.

Minerve is te bereiken dankzij een hoge boogbrug te lopen die over de rivier de Cesse loopt. Wanneer je de kloven en het rotsachtige terrein van het gebied ziet, begrijp je waarom de Katharen Minerve hebben gekozen als vestingstad.

Met zijn geplaveide straten, cafés, musea en winkels is Minerve een heerlijke plek om een ​​paar uur door te brengen. Het is klein (het dorp heeft iets meer dan 100 inwoners), maar dat is juist de charme. Liefhebbers van militaire geschiedenis zullen belangstelling hebben voor de gerestaureerde katapult, een wapen waarmee Minerve destijds werd geprobeerd te belegeren.

Ook in de rest van Occitanie lieten de Katharen een handvol kastelen achter die toegankelijk zijn. Een van de bekendste zijn het kasteel van Quéribus, het kasteel van Peyrepertuse en het kasteel van Puilaurens.