De crêpe is een echte Bretonse specialiteit. Je kunt ze zowel zoet als hartig eten, afhankelijk van de samenstelling van het beslag. Een crêpe is zoet en wordt gemaakt op basis van tarwebloem, melk en eieren. Een galette is hartig en maak je door boekweitmeel en water te mengen.
In eerste instantie werden crêpes uit de hand gegeten, later promoveerde het tot serieuze maaltijd en kwamen er gespecialiseerde restaurants: de crêperies. Deze werden een echt begrip en doemden ook op in Parijs. Later ook vooral in Zuid-Frankrijk, waar ze momenteel een ongekend succes kennen. In de Provence en de Côte d’Azur geniet men heel vaak op deze manier van een ideale en lichte lunch.
Een van de varianten van de crêpe is de crêpe Suzette: een geflambeerde crêpe. Over de uitvinding hiervan gaan allerlei verhalen. De meest geloofwaardige is die van Henri Charpentier. Die was leerling patissier in het Grand Café de Monte-Carlo, waar de toekomstige koning van Engeland, Edward VII, te gast was. Henri zou de troonopvolger een vuurtje willen geven, maar de lucifer deed de crêpe met alcohol die hij net uit had geserveerd, in de fik vliegen. De naam van de crêpe is te danken aan de jongedame die Edward VII vergezelde.
Voor 4 personen
Bereidingstijd 45 minuten
Ingrediënten
Voor het beslag van de crêpes:
- 125 gram bloem
- 300 ml melk
- 50 gram roomboter
- 3 eieren
- 1 el rum (of fleur d’oranger)
- 20 gram kristalsuiker
Voor de sauce Suzette:
- 2 sinaasappels
- 120 gram roomboter op kamertemperatuur
- 20 cl Grand Marnier
- 75 gram poedersuiker
Recept voor de crêpes Suzette
– Klop voor de sauce Suzette de boter in een kom en voeg geleidelijk de suiker toe.
– Rasp van de 2 sinaasappels de schil en roer deze en de rum of de fleur d’oranger door het mengsel van de boter en de suiker. Zet dit op een koele plek, maar niet in de koelkast.
– Zeef de bloem in een kom en voeg de eieren toe.
– Roer beetje bij beetje de melk erdoor voor een glad beslag.
– Verhit een beetje olie en verdeel een dun laagje beslag in een koekenpan.
– Bak de crêpe aan de onderkant goudbruin, draai hem om en bak de andere kant. Maak er meerdere.
– Smeer de crêpes in met de helft van de sauce Suzette en vouw ze twee keer dubbel.
– Verhit de rest van de sauce Suzette met het sinaasappelsap van één sinaasappel in een grote koekenpan.
– Voeg de opgevouwen crêpes toe en schep de saus erover. Laat de crêpes 3 tot 4 minuten in de saus sudderen.
– Schenk de Grand Marnier erbij. Verhit deze en steek de alcohol dan voorzichtig aan.
– Laat de vlammen doven en schep de saus dan weer over de crêpes. Als de crêpes op het bord liggen, bestrooi ze dan met poedersuiker, garneer ze eventueel met nog een beetje sinaasappelschil en dien ze direct op.
